vrijdag 14 maart 2014

Begin van mijn verhaal.

Al heel erg lang heb ik de plannen om nu een keer een verhaal te schrijven en ook echt af te maken. Dit verhaal ben ik gestart in 2013 en wil dit afmaken maar daar heb ik motivatie voor nodig. En dit is denk ik precies wat ik nodig heb, mensen die (hopelijk) zullen wachten op een stukje en dus niet teleur wil stellen. Ik hoop dat jullie het leuk vinden. Ik zal zo vaak mogelijk een nieuw stukje er opzetten. Je kunt het ook vinden op: http://forum.girlscene.nl/forum/schrijfsels/verhaal-rozengeur-en-duivelschijn-287793.msg274835046.html#msg274835046 
Have fun! 






Ik ben zo’n meisje waar de andere meisjes jaloers op zijn. Lange blonde lokken, dure kleren, een te groot huis en veel vrienden. Ik ben zo’n meisje die er gelukkig uitziet, bijna alles voor elkaar krijgt en die zeker niet onzeker is. Ik ben zo’n meisje waar duizend andere meisjes niet zomaar jaloers op zijn, maar stik jaloers. Maar ik kan je vertellen dat het leven van een meisje zoals ik, ook niet altijd rozengeur en maneschijn is. Want wat jullie misschien hebben, heb ik niet. Ik heb geen moeder tegen wie ik alles kan vertellen, een vader die mijn fietsband plakt of een broertje met wie ik kan voetballen. Ik heb geen gezelligheid thuis, mijn moeder werkt van twee uur ’s middags tot zeven uur ’s avonds. Mijn vader begint al om zeven uur in de morgen en gaat door tot het avondeten. Misschien denk je dan dat we tenminste samen een gezellig avondeten hebben, maar ook daar is niets van waar. Tijdens ons avondeten gaat het meestal over de slechte cijfers van mijn broertje, of het gedrag van hem. Want roken en drinken kan echt niet. En al helemaal niet blowen, dat is verschrikkelijk. Dat is een schande voor onze familie. En je zult er mee moeten stoppen, want het is een verschrikking voor iedereen die behoort bij onze familie. Het maakt ze niet uit dat het slecht is voor de gezondheid. Want de schaamte die mijn ouders voelen, zal altijd belangrijker zijn dan de gezondheid. Want reputatie en status, dat telt. En met rode wangen en een knoop in mijn maag, geef ik dit toe: misschien geldt dat voor mij ook wel. Misschien denk je nu wel ik een verschrikkelijk kind ben, misschien herken je jezelf erin.
Afgelopen weekend heb ik van mijn huishoudster Lucie voor het overgaan naar de vierde (wat nog een heel gedoe was) een dagboekje gekregen. Lucie dacht dat het wel goed voor me zou zijn, omdat ik kennelijk uitstraal dat ik niet goed in mijn vel zit. “Het is goed om je gedachtes op te schrijven, dan krijgt je hoofd ook weer lucht,” verklaarde ze. De Annabel van vorig jaar zou naar haar voorhoofd hebben gewezen, maar nu heb ik het cadeau aanvaard. Het was een lichtroze schriftje met een harde kaft en vol met glitters. “DIARY” staat er met grote, sierlijke letters opgeschreven. Alhoewel ik me echt had voorgenomen om er elke dag in te schrijven, pak ik het schriftje nu pas uit me lade. En weer vol schaamte moet ik toegeven dat ik er nog niet eens in had gekeken. Toen Lucie vroeg of ik al had geschreven en of het me opluchtte, heb ik heel eerlijk verteld dat ik nog niet begonnen was. Ik had het erg druk gehad. Waarmee? Nou, allereerst leren. Want ja, dat doe ik. Ik leer inderdaad, tot tegenstelling van vele andere. Ik leer niet veel, maar alle beetjes helpen. Verder heb ik het erg druk met vriendinnen. Wat doe ik dan met ze? Starbucksen (wij hebben er zelfs een werkwoord van gemaakt), bellen, naar het strand gaan, jongens spotten. Je snapt het al wel, denk ik. En dan in de avond mijn favoriete series kijken, en moet ik sporten of naar een feest. Dan schiet het schrijven er wel bij in. Maar Lucie gaf als advies dat ik misschien een keer tijd zou moeten maken, en als ik zou beginnen met schrijven dat het me uiteindelijk heel veel tijd zou besparen. Ja vast, maar om niet ondankbaar te lijken, heb ik het boekje uit mijn la gehaald. Ik sla de eerste bladzijde om. Of ik mijn beste vriendinnen wil voorstellen, en dan twee hokjes. Oh god, voor welke vriendloze ziel is dit boek gemaakt? Ik kan toch niet kiezen uit de vijftien andere vriendinnen die ook écht mijn beste vriendinnen zijn? Oké, eentje is wel duidelijk. Maya. Snel vul ik haar gegevens in, waarom ik het zo goed met haar kan vinden? Slechte eigenschappen, goede eigenschappen, kleur haar, kleur ogen. De standaard vragen. Oké, de tweede. Wie van de andere veertien? Ik bijt op mijn pen, en proef een bittere smaak. Fuck! Mijn mond is blauw gekleurd in plaats van rood, en over tien minuten staat Louise hier om naar school te vertrekken. Ik pak een washandje en probeer de blauwe troep van mijn mond af te krijgen. Natuurlijk gaat het niet goed (het leven zal mij ook een keer meezitten) en ik veeg de inkt door tot mijn neus. Ja, dat was precies waar ik op zat te wachten. Ik probeer het met make-upremover, zeep en zelfs shampoo maar alles is tevergeefs. Zelfs een schuurmachine zou die verdomde inkt er niet af kunnen halen. Ik hoor de lach van Louise en de lage stem van Kate. Ook dat nog, staat die Kate hier ook al voor de deur. Een paar tellen later gaat de bel. Godver, godver, godver, wat moet ik nu doen? Ik storm mijn kamer in en bel Louise.
“Hee An, we staan voor je deur. Kom je?” klinkt de vrolijke stem van Louise.
“Nee sorry Louise, ik heb een klein ongelukje gehad met make-up, ik kom wat later.”
“Oké, houdoe!”
En ze hangt op. Oké, dit is dus weer opgelost. Nu proberen om die verdomde pen van mijn mond af te halen. Na een kwartier is het gelukt, ik geef een snelle blik op de klok om te kijken of ik me moet haasten om nog op tijd te komen. Vijf voor half negen. Ik neem de conclusie dat ik toch al wel te laat kom, dus ik pak rustig nog een krentenbol, doe mijn make-up en rond tien over half negen pak ik mijn fiets en fiets ik op mijn gemakje naar school. Onderweg kom ik Lucie tegen, die natuurlijk commentaar heeft dat ik op mijn tweede schooldag alweer te laat kom. De meeste mensen zouden zuchtend concluderen dat Lucie een zeikwijf is, maar ik geniet er juist van. Dat de meeste mensen zeuren als vervelend ervaren, kan ik ergens wel begrijpen. Maar aangezien mijn vader en moeder het geen bal lijkt te interesseren wat ik uitspook word ik ook nooit terechtgewezen. En dat is iets wat ik stiekem wel mis. Ik gooi mijn fiets in het fietsenrek en loop naar mijn kluisje. Ik prop mijn jas in het veel te kleine kluisje en gooi het deurtje van het piepkleine hokje weer dicht. Ik ren naar boven en gooi de deur van mijn lokaal open. 25 hoofden draaien richting mijn richting, sommige met een lach, andere heel onverschillig. De leraar is de enige die chagrijnig mijn kant op kijkt. “Hoe krijg je het voor elkaar, Annabel? Het is de tweede dag en jij presteert het om twintig minuten te laat te komen. Deze ene keer zie ik het door de vingers, de volgende keer ga je je maar melden,” zegt meneer Jansen tegen mij.
Ik knik en loop naar achteren. Kate is naast Louise gaan zitten, ik draai mijn hoofd om en zie dat Anouk vrolijk naar me zwaait. Geërgerd loop ik naar Anouk toe en plof naast haar neer.
“Ik zag je ook al wel zonder dat je als een gek aan het zwaaien was,” snauw ik.
“Ik merk het al weer, Annabel Scheepstra is weer een keer chagrijnig,” snauwt ze terug.
Ik draai met mijn ogen en pak mijn boeken uit mijn tas. “Waar is Maya?” vraag ik.
De deur vliegt open, en een lang meisje staat in deur. Ze heeft een karamelkleurige huid en donkerbruin krullend haar tot midden op de rug. Ze heeft sleehakken aan haar voeten, die haar lange bruine benen nog langer maken. Ja, dat is dus Maya. Mijn beste vriendin, de beauty van de vierde klas.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten